De creoolse economiestudent Roy (Breeveld) keert na vijf jaar terug naar Suriname, omdat zijn moeder op sterven ligt. Daar raakt hij er steeds sterker van overtuigd dat hij thuishoort in zijn geboorteland. Een dappere, warme poging van De la Parra om iets over zichzelf en zijn Surinamerschap te vertellen met een goede, overtuigende rol van Breeveld, en een verrassende Gangaron Panday als de Hindoestaanse Rubia. In 1976 werd Wan Pipel in Nederland matig ontvangen, maar in Suriname wordt de ‘eerste Surinaamse film over Suriname’ gezien als klassieker.