Het centrum van alle militaire activiteiten was het Prins Bernhard kampement in Paramaribo. Daar zetelde de CO-TRIS (commandant Troepenmacht in Suriname) met zijn staf, waren de diverse afdelingen gehuisvest en lagen de troepen officieel in garnizoen. In en bij de stad bevonden zich ook nog het Militair Hospitaal, de botenbasis, het munitiedepot en de garnizoensschietbaan.

pbk2

Een overzicht van het Prins Bernhard Kampement (PBK) te Paramaribo.

Omdat de troepenmacht ver van zijn Nederlandse basis op eigen benen moest kunnen staan en ook een territoriale functie had, beschikte zij over veel meer diensten dan een normaal bataljon. Naast de Staf en Stafcompagnie, waaronder een brigade Koninklijke Marechaussee en het 30 man sterke TRISKAPEL, telde zij tot 1966 een garnizoenscommando en maar liefst negen afdelingen: Genie, Verbindingsdienst, Intendance, Technische dienst (die zelfs 5e echelons onderhoud verzorgde), Geneeskundigedienst, Welzijnszorg, Kantinedienst, Sociale dienst en Transportdienst. De laatste had de beschikking over het materieel van de TRIS.

Bij de grote reorganisatie van 1966 werden de afdelingen verdeeld over de stafcompagnie en een nieuw opgerichte verzorgingscompagnie. Het Militair Hospitaal, in 1965 van nieuwe huisvesting voorzien, werd zelfstandig. De stafcompagnie nam vanaf 1967 ook de zorg voor de opleiding van de Surinaamse vrijwillige ‘dienstplichtigen’ over van de Opleidingscompagnie Surinaamse Vrijwilligers. Deze was in 1963 voor die taak in het leven geroepen. De opleiding van de ‘echte’ Surinaamse dienstplichtigen werd vanaf 1971 ook verzorgd door een onderdeel van de stafcompagnie: het Opleidings Centrum TRIS.

De dienst in Paramaribo werd saaier ondervonden als de dienst op een van de buitenposten. Er moest namelijk veel worden wachtgelopen: bij het Prins Bernhardkampement, de munitieopslagplaats, het garnizoenscommando en het paleis van de gouverneur.