De TRIS had, na de tweede wereldoorlog tot aan 1975, de beschikking over divers materieel van voertuigen tot vaartuigen. Dit materieel viel onder de Afdeling Transportdienst in het Prins Bernhard kampement, die het beheer had op het wagenpark en de botenbasis.
Voertuigen bij de TRIS
Na de tweede wereldoorlog kreeg de TRIS beschikking over Amerikaanse en Canadeese legervoertuigen, waarvan enkele eind jaren 50, begin jaren 60 weer werden vervangen door Nederlandse legervoertuigen. In de jaren 70 bestond het wagenpark uit 55 voertuigen.
International M5-6 (2,5 tonner)
International B-152 (3-tonner)
Aanhangwagen, 1 ton (Polynorm)
Vaartuigen bij de TRIS
Naast de gebruikelijke voertuigen beschikte de Transportdienst ook over zes houten krojalen met buitenboordmotor en twee stalen patrouilleboten.