Het dagelijks tenue tropen was, sinds 1950, het khaki-kleurige katoenen uniform, waarvan ieder militair in Suriname drie stel in zijn bezit diende te hebben. De verstrekking hiervan vond plaats in Nederland en werd aangevuld in Suriname. Halverwege de reis naar Suriname moesten de militairen zich in dit uniform gaan kleden.

Het dagelijks tenue tropen bestond uit een khaki-kleurige katoenen lange broek, welke werd gesloten met kunststof knopen en een zelfde kleur overhemd met twee opgestikte borstzakken met klep en schouderbedekkingen.
Bij het dagelijks tenue werd een zandkleurige (zeer licht van kleur) broeksriem (koppel) met koperen plaatsluiting verstrekt. De zgn. tropenkoppel (groen van kleur) mocht niet op het dagelijkse tenue worden gedragen.
Onder het dagelijks tenue werden bruine lage schoenen gedragen, welke uit Nederland meegenomen dienden te worden, bovendien waren in het kledingmagazijn van de TRIS voor beroepspersoneel schoenen tegen betaling verkrijgbaar.

Tijdens de diensturen en tot 18.00 uur werd het dagelijks tenue gedragen met opgerolde mouwen en open kraag, het bovenste knoopje mocht hierbij geopend. Na 18.00 uur en als uitgangstenue werden de mouwen lang gedragen, alsmede een khaki-kleurige stropdas.
Beroepspersoneel droeg atijd de platte pet en dienstplichtige militairen moesten de khaki-kleurige veldmuts (Tropenmuts Khaki) met daarop aan de linkerzijde het metalen petembleem dragen.
Parades werden in dit tropentenue gelopen, maar dan met binnenhelm (met olie opgepoetst), koppel M52 (eventueel met bajonet), gevechtslaarzen en het persoonlijk wapen. De veters van de gevechtslaarzen dienden bij zulke gelegenheden horizontaal te worden geregen.
Officieren en onderofficieren droegen óf de platte pet dagelijks tenue tropen óf (tijdens de diensturen) de tropenmuts khaki. Korporaals en manschappen droegen altijd de tropenmuts khaki. De tropenmuts khaki werd eveneens aan alle militairen in Nederland verstrekt.

Officieren en onderofficieren droegen óf de platte pet dagelijks tenue tropen óf (tijdens de diensturen) de tropenmuts khaki. Korporaals en manschappen droegen altijd de tropenmuts khaki. De tropenmuts khaki werd eveneens aan alle militairen in Nederland verstrekt.

Platte pet van dunne grijs/bruine stof met een bruine glimmende klep. Hoofdofficieren droegen om de opstaande rand een donkerbruine etat-major ban (W-motief), breed ca. 4,5 cm en langs de onder- en bovenzijde van die band een gouden bies van ca. 2 mm breed.
Subalterne officieren en adjudant-onderofficieren droegen om de opstaande rand een donkerbruine etat-major band (W-motief), breed ca. 4,5 cm en langs de onderzijde van die band een gouden bies van ca. 2 mm breed.
Onderofficieren beneden de rang van adjudant-onderofficier en beroeps korporaals droegen om de opstaande rand een donkerbruine ribband, breed ca. 4,5 cm.